Over ons

De Helderse Ren- en Toerclub ‘Door Oefening Krachtig’ is op 31 januari 1934 opgericht. In het voorafgaande jaar worden er vanaf augustus ‘huiskamerbijeenkomsten’ gehouden waarin de hang naar een eigen wielervereniging sterk naar voren komt. Het is in de tijd dat Pijnenburg en Wals grote triomfen vieren op de wielerbanen en in Zesdaagses. In de winter van 1933 steken enkele Helderse jongens – Leenaars, Tigchelaar en Boks onder anderen – de koppen bij elkaar. Het zijn stuk voor stuk wielerfanaten en met behulp van een advertentie in de Helderse Courant vergroten ze hun ‘club’.

Koninklijke goedkeuring

Storm loopt het niet direct en ook niet iedereen is positief. Zo zijn er diverse pessimisten die niet verder komen dan ‘wat willen jullie eigenlijk , zo’n vereniging heeft hier geen bestaan, want wij hebben het in het verleden al eens geprobeerd’. In januari 1934 – er is dat jaar geen Elfstedentocht – wordt de eerste vergadering belegd en Koninklijke Goedkeuring aangevraagd. Als eind van de maand het Koninklijke ‘Ja’ binnenkomt is de officiële oprichting van de Eerste Helderse Wielren Vereeniging’ D.O.K een feit.

De eerste kilometers

Het eerste bestuur wordt gevormd door voorzitter J. Pauw, secretaris Dienaar en penningmeester Bannink. Leden van het bestuur zijn : B. Leenaars senior en C. Boks. Clubwedstrijden worden er direct vanaf het begin gehouden. De strijd vindt plaats op het zogenoemde ‘Rondje onder Duin’, onder de duinen dus, met start en finish bij hotel- restaurant ‘Duinoord’. Op dit rondje van 9.3 kilometer trekken onder anderen P. Leenaars, J. Tigchelaar, C. Hollander, D. Pompert, Jack en Jan Snijders, Piet Huurman en J. Zwaneveld tegen elkaar ten strijde. Verder zijn er wegwedstrijden en grasbaanwedstrijden.

 

Uit de Heldersche Courant 1936

D.O.K-NIEUWS.

Zondag hadden de B.leden voor het kampioenschap een rit over 63 km. Deze werd weer gewonnen door J. Snijders. Er is flink gereden en als het zoo door gaat gaan er wel een paar naar de A-klasse. De uitslag was: 1. Jan Snijders 5 punten, 2. Vroome 4 punten, 3. Huurman 3 punten, 4. De Boer 2 punten, 5. T. Zoons met 1 punt. De Baanwedstrijd was deze keer minder gunstig daar de Heldersche renners ditmaal niet zoo goed waren. Hoe komt dat heeren? Tigchelaar en Dienaar waren no. 4.

Tweede wereldoorlog

De eerste ’Ronde van Den Helder’ wordt gehouden in 1937, hoewel er in 1935 al een Ronde van Huisduinen is. Geldprijzen zijn taboe, er hangt je een flinke schorsing boven het hoofd als je je laat betalen. De Tweede Wereldoorlog is een stille periode bij DOK, er zijn totaal geen activiteiten. De bevolking heeft met de zware bombardementen en de bezetting wel wat anders aan het hoofd.

Periode van heropbouw

In 1946 pikken J. de Boer, P. Leenaars, B. Leenaars, G. Verhoef, J. Weisenborn en J. Zwaneveld de draad weer op. Jan de Boer wordt voorzitter, P. Leenaars secretaris en B.P.A. Leenaars sr. krijgt de zorg over de kas. In de jaren 1946-1956 zijn er volop clubwedstrijden, Rondes van Den Helder, Rondjes onder Duin, tijdritten van veertig kilometer via Callantsoog, hometrainwedstrijden in de winter en clubkampioenschappen op de weg.

Op bestuurlijk niveau rommelt het behoorlijk; de club kent een paar moeilijke jaren. In januari 1951 wordt Zwaneveld voorzitter, in september ’52 Weisenborn. Deze houdt het maar een paar maanden uit, want in januari ’53 wordt De Boer preses. Voor een jaar. Vanaf februari is er een stabiel bestuur dat standhoudt tot 1967: voorzitter J. de Graaf, secretaris J. Jans en penningmeester Van Leeuwen. Loet Koopman neemt in 1967 het secretariaat over terwijl Jan Grooff de penningen gaat beheren. Later neemt Hans van der Sloot het secretariaat over.

De eerste successen

In 1968 wordt de eerste ‘Ronde van Breezand’ gehouden. Het dameswielrennen begint in die tijd ook behoorlijk op te komen maar bij DOK heeft het in die jaren nooit zoveel voorgesteld. Corry Boon en Nel Schutte zijn de enigen die op behoorlijk niveau gereden hebben. Boon rijdt naast diverse Nederlandse kampioenschappen ook in het buitenland. Nel Schutte ziet wielrennen meer als een goede training voor het schaatsen. Rond 1970 ontstaat er een jeugdafdeling met een heus bestuur. De jongelui vanaf een jaar of acht fietsen in december al een jeugdronde in De Schooten en in de weekenden trekken ze erop uit om elders hun wedstrijdjes te fietsen. In januari 1974 is er het veertigjarig bestaan van de club en onder leiding van een feestcomité vindt een daverend feest plaats in café ‘Ons Genoegen’.

Directiekeetje en kleedkamertje

Van 1974 tot 1977 is Loet Koopman voorzitter én secretaris. Hij wordt afgelost door Hannes Scholten die in maart ’77 in Muiderberg een houten directiekeetje – tien bij vier meter, kleedkamertje drie bij vier – op de kop weet te tikken, dat aan de Ambachtsweg in de Schooten wordt neergezet. Het kost behoorlijk moeite water, gas en licht in het ‘hok’ te krijgen maar het is er altijd gezellig. Het vierkante klinkerstratencircuit is echter totaal ongeschikt voor wielerwedstrijden.

Professioneel wielerparcours

Op 1 april richt Dick Wessels een toerfietsafdeling op zodat DOK vanaf nu HRTC (Helderse Ren- en Toerclub), heet. Wessels is zelf de eerste voorzitter. Tijdens de avondfietsvierdaagse van Toer die direct dat jaar gehouden wordt, barst het houten keetje aan de Ambachtsweg aan alle kanten uit zijn voegen: er zijn twaalfhonderd deelnemers! Een jaar later beginnen de besprekingen rond een ‘echt’ professioneel wielerparcours. De gemeente gaat in conclaaf met defensie om op een lap grond tussen de Torplaan, de Guldemondweg, de Rijksweg en de Doggersvaart een stukje grond aangewezen te krijgen voor een wielercomplex met een wegparcours dat aan de eisen van de KNWU – minimaal 1500 meter lang – voldoet.

Clubgebouw

In november 1979 ziet DOK de begrotingsdebatten van de gemeente met spanning tegemoet. Er moet f 260.000 worden uitgetrokken maar het plan is dat DOK zelf de meeste handwerkzaamheid aan de dag zal leggen. ‘Dat is geen probleem’, meldt voorzitter Hannes Scholten die ook zelf zodra alles in kannen en kruiken is, flink de handen uit de mouwen steekt. Er ontstaat iets moois aan de Guldemondweg en in september 1981 wordt het gebouw officieel en feestelijk in gebruik genomen.

Een populaire sport

In de jaren tachtig neemt het wielrennen een grote vlucht, mede onder invloed van de successen van de nationale profs. DOK profiteert daarvan want op het parcours zijn een paar keer per week grote groepen wielrenners actief. De Toerafdeling kent zijn eigen ontwikkeling en krijgt een toercommissie onder leiding van Loek Tigchelaar. Er worden grote toertochten georganiseerd – tot 350 kilometer op 1 dag – en ook bij andere fietsclubs in de omgeving wordt flink gefietst. De jeugdafdeling groeit – ook weer meiden – en doet mee aan de diverse kampioenschappen in den lande. Een paar jongeren ontstijgen (later) de regio: Arjan Streek, Wilco Zuiderwyk en Bertus Kroon. Het veldrijden begint ook bij DOK vorm te krijgen: elke zondagmorgen zijn er wedstrijden op het parcours. De accommodatie, het parcours, de blubber; alles is er uitermate geschikt voor.

Jeugd ATB Afdeling

Bezoeken worden er (1983) per fiets afgelegd in Lüdenscheid, de zustergemeente van Den Helder in Duitsland en weer wat later (1986) komen de veldtoertochten van de grond, eerst op kleine schaal en later in een samenwerkingsverband met andere clubs. In 1988 houdt Toer een vijfdaagse naar Lüdenscheid. In de jaren negentig komt het mountainbiken goed opzetten en  anno 2001 is er een florerende Jeugd-ATB-afdeling. Het ‘wegwielrennen’ weet zich goed te handhaven en hoewel de toerafdeling kampt met lichte vergrijzing is dit iets waar we gaandeweg zeker oplossingen voor zullen gaan vinden.